Over een herhaalde miskraam
Een miskraam is heel ingrijpend. Zeker als u dat meerdere keren meemaakt. Waarschijnlijk heeft u veel vragen. Hoe komt het? Wat gebeurt er precies bij een miskraam? Kunt u zelf iets doen om een nieuwe miskraam te voorkomen? Hieronder geven we zo goed mogelijk antwoord op deze vragen. Ook geven we tips voor organisaties, boeken en folders die u verder kunnen helpen.
Wat is een herhaalde miskraam?
Een zwangerschap kan eindigen in een miskraam. U verliest het vruchtje dan vroeg in de zwangerschap (tot 16 weken). Heeft u 2 of meer miskramen gehad? Dan noemen we dat een herhaalde miskraam. De miskramen kunnen direct na elkaar gebeuren, maar dat hoeft niet. Het kan zijn dat u tussendoor 1 of meer gezonde kinderen heeft gekregen. Sommige vrouwen hebben eerst meerdere miskramen voordat zij een gezond kind krijgen. En het kan ook gebeuren dat u al 1 of meer gezonde kinderen heeft en daarna pas meerdere miskramen krijgt. In alle gevallen noemen we dit een herhaalde miskraam.
Wat gebeurt er bij een miskraam?
Als u een miskraam heeft, stoot uw lichaam het vruchtje af. Dit kan heel vroeg in de zwangerschap gebeuren. Het vruchtje was niet levensvatbaar en is al vroeg gestopt met groeien. Een miskraam kan ook ontstaan als u al langer zwanger bent. Het vruchtje leeft dan eerst wel, maar sterft later alsnog. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Hier vertellen we later meer over.
Hoe groot is de kans op een (herhaalde) miskraam?
- Van alle zwangerschappen eindigt 10-15% in een miskraam.
- Na 1 miskraam heeft u geen grotere kans op een nieuwe miskraam.
- Na 2 miskramen is de kans wel groter dat het nog een keer gebeurt: ongeveer 25%.
- Na 3 miskramen is de kans op herhaling ongeveer 35%.
Wat zeggen deze cijfers nou precies? De kans dat het mis gaat, lijkt misschien heel groot. Maar de kans dat een volgende zwangerschap wel goed afloopt, is veel groter (gemiddeld 65-70%). Van alle vrouwen die zwanger worden, heeft ongeveer 1-3% meerdere miskramen.
Vaak kan de gynaecoloog voor u persoonlijk inschatten hoe groot de kans is op een nieuwe miskraam. Daarvoor kijken we naar uw leeftijd, eerdere miskramen en onderzoeken we of er een oorzaak te vinden is.
Oorzaken
Bij een herhaalde miskraam gebeurt hetzelfde als bij een enkele miskraam. Vaak ontstaat er bij de bevruchting al een probleem. Daarna ontwikkelt het vruchtje zich niet goed en stoot uw lichaam het af. Maar waarom dit gebeurt, weten we niet precies. Er zijn een paar ziektes die een herhaalde miskraam kunnen veroorzaken. Maar slechts bij 15-20% van de stellen komen we er achter waarom een vrouw meerdere miskramen heeft gehad. Wel weten we dat er factoren zijn die het risico op een miskraam kunnen verhogen.
In de volgende gevallen is uw kans op een miskraam groter:
- U bent ouder dan 35 jaar
Vrouwen tussen de 35 en 40 hebben ongeveer 2 keer zoveel kans op een miskraam. Boven de 40 is die kans ongeveer 3 keer zo groot - U rookt
Vrouwen die roken hebben iets vaker een miskraam dan gemiddeld - U bent te zwaar
Vrouwen met overgewicht hebben iets vaker een miskraam dan gemiddeld
De volgende lichamelijke afwijkingen kunnen een herhaalde miskraam veroorzaken:
- Chromosoomafwijking (bij man of vrouw)
- Antifosfolipidensyndroom (APS)
- Te veel hom*ocysteïne in het bloed
- Stollingsafwijkingen
- Afwijkende vorm van de baarmoeder
Verderop in deze tekst geven we uitleg over iedere afwijking.
Heeft u 2 of meer miskramen gehad? Dan kunt u in het ziekenhuis onderzoek laten doen naar de oorzaak.
Een nieuwe miskraam voorkomen?
Vindt de arts geen oorzaak die we kunnen behandelen? Dan is het moeilijk om een nieuwe miskraam te voorkomen. Er bestaan geen medicijnen die helpen. Het enige wat u zelf kunt doen, is zo gezond mogelijk leven. Dit betekent:
- Eet gezond en gevarieerd
- Drink geen of weinig alcohol
- Rook niet
- Beweeg minimaal 30 minuten per dag
- Probeer af te vallen als u te zwaar bent
- Neem alleen medicijnen na overleg met uw arts
Als u zich hieraan houdt, dan maakt u de kans op een nieuwe miskraam wat kleiner. Maar het geeft geen zekerheid dat een nieuwe zwangerschap wel goed gaat.
Omgaan met een herhaalde miskraam
Een miskraam is ingrijpend. En meerdere miskramen meemaken is natuurlijk extra zwaar. Veel vrouwen voelen verdriet, schuldgevoel, ongeloof, boosheid en leegte. Dat is heel normaal. Ook voelen veel vrouwen zich alleen. Meestal gebeurt een miskraam voordat u uw omgeving over uw zwangerschap heeft verteld. Het is dan niet makkelijk om over uw miskraam te beginnen.
Praat erover
Toch is het juist goed om met anderen over uw verlies te praten. Dat kan opluchten en helpen om de miskraam te verwerken. U kunt met goede vrienden of familie praten. Of met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Verderop vindt u organisaties waar u lotgenoten kunt vinden.
Lees boeken
Er zijn ook boeken die u kunnen helpen om een miskraam te verwerken. Wij hebben boekentips voor u op een rijtje gezet.
Onderzoek naar de oorzaak
Bij 2 of meer miskramen kunt u onderzoek laten doen naar de oorzaak. Dit kan extra spanning geven. In de meeste gevallen (75-80%) vinden we geen oorzaak. Dat kan een teleurstelling zijn. Maar ook als we wel een oorzaak vinden, kan dat stress geven. Want dat betekent dat u een bepaalde ziekte of aandoening heeft, die de kans op nog een miskraam groter maakt. Bespreek uw gevoelens met uw arts, uw partner of andere mensen. En stel uw vragen aan uw arts. Wij beantwoorden ze graag.
Gezond kind na herhaalde miskraam
Een herhaalde miskraam is zwaar en verdrietig. Maar in de meeste gevallen is er wel hoop. Veel vrouwen krijgen uiteindelijk wel een gezond kind, ook na meerdere miskramen.
Afwijkingen die een miskraam kunnen veroorzaken
Chromosoomafwijking bij een van de partners
Wat is het?
Een chromosoomafwijking is een afwijking in de genen. Genen zijn het erfelijke materiaal dat u doorgeeft aan uw kind. Een kind krijgt altijd de helft van zijn genen van de moeder en de helft van zijn genen van de vader.
Soms zit er een foutje in de genen. Daar hoeft u zelf niet altijd iets van te merken. Maar dit kan wel problemen geven als u een kind wilt. Doordat het vruchtje deels uit genen bestaat met een foutje, kan het zich niet goed ontwikkelen. Daardoor kan een miskraam ontstaan. Soms gaat de zwangerschap wel goed, maar wordt het kindje geboren met ernstige afwijkingen.
Onderzoek en uitslag
We kunnen onderzoeken of u of uw partner een chromosoomafwijking heeft. Daarvoor nemen we bloed af bij u allebei. Dat laten we onderzoeken door specialisten. Dit duurt een tijdje. Meestal krijgt u de uitslag na 2 of 3 maanden.
We doen dit onderzoek alleen als we denken dat het nuttig is in uw situatie. Hierbij kijken we onder andere naar uw leeftijd, hoeveel miskramen u heeft gehad en of herhaalde miskramen in uw familie voorkomen.
Waarschijnlijk is het beter om de uitslag van het onderzoek af te wachten voordat u opnieuw probeert om zwanger te worden. Bespreek dit met uw arts. Als uit het onderzoek blijkt dat u een chromosoomafwijking heeft, kan uw gynaecoloog u doorverwijzen naar een klinisch geneticus. Dit is een arts die is gespecialiseerd in alles wat te maken heeft met erfelijkheid.
Wat is er aan te doen?
We kunnen een chromosoomafwijking niet genezen. Na het onderzoek bespreekt de gynaecoloog de mogelijkheden met u. Is er een kans dat u toch nog een gezond kind krijgt via een gewone bevruchting? Dan is het vaak het beste om dat te proberen.
Is die kans er niet of is die heel klein? Dan kunt u misschien IVF proberen. Daarbij gebeurt de bevruchting buiten het lichaam. Eerst onderzoeken wij of het vruchtje gezond is. Daarna plaatsen we het in uw baarmoeder en breekt een spannende tijd aan. Als het vruchtje in uw baarmoeder nestelt, bent u zwanger. Maar het kan ook zijn dat uw lichaam het vruchtje afstoot. IVF is een ingrijpende behandeling en kan veel spanning geven. Het is belangrijk dat u hierop voorbereid bent voordat u begint. Hier leest u meer over IVF.
Antifosfolipidensyndroom (APS)
Wat is het?
Ieder mens heeft antistoffen in zijn bloed. Deze stoffen beschermen u tegen ziekte. Ze reageren als er ziekteverwekkers in uw lichaam komen. Maar sommige mensen maken verkeerde antistoffen aan. Die reageren op cellen van het eigen lichaam. En dan ontstaat er een probleem.
Mensen met het antifosfolipidensyndroom (APS) maken verkeerde antistoffen aan. Die verkeerde antistoffen heten antifosfolipiden. Ze maken het bloed stroperig. Zo kunnen er bloedklontertjes of stolsels ontstaan. Hierdoor heeft u een hoger risico op trombose. Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Als dat in de placenta gebeurt, krijgt u een miskraam.
Onderzoek en uitslag
We kunnen onderzoeken of u APS heeft. Daarvoor doen we bloedonderzoek. We kijken hoeveel antifosfolipiden antistoffen er in uw bloed zitten. Is de hoeveelheid 2 keer te hoog? Dan krijgt u de diagnose APS.
We doen minimaal 2 keer bloedonderzoek. Want soms is er een goede reden waarom u tijdelijk veel antifosfolipiden antistoffen in uw bloed heeft. Uw lichaam maakt de antistoffen ook aan als u bijvoorbeeld griep heeft of een infectie. Zo bestrijdt uw lichaam de ziekte. Als alles goed is, verdwijnen de antistoffen na een tijdje weer uit uw bloed. Dan is er dus niks aan de hand.
Door een miskraam kunt u ook antifosfolipiden antistoffen in uw bloed hebben. Daarom kunnen we pas 10 weken na een miskraam het eerste bloedonderzoek doen. Eerder is de uitslag niet betrouwbaar. Vinden we bij het eerste bloedonderzoek te veel antifosfolipiden antistoffen? Dan doen we na 12 weken een tweede onderzoek. Zitten er dan nog steeds te veel antistoffen in uw bloed? Dan heeft u APS.
Wat is er aan te doen?
Bloedverdunners maken de kans op trombose kleiner. Uw arts kan u tabletten, poeders of injecties geven die uw bloed dunner maken. Hierdoor is het risico kleiner dat een bloedvat in de placenta verstopt raakt. De kans op een miskraam is dan ook kleiner.
Te veel hom*ocysteïne in het bloed
Wat is het?
hom*ocysteïne is een stofje in het bloed (een aminozuur). Iedereen heeft dit stofje, want het is belangrijk voor de stofwisseling. Maar sommige mensen hebben er te veel van. Dat kan problemen geven. Artsen denken dat dit de kans op een miskraam groter maakt. En dus ook de kans op meerdere miskramen.
Onderzoek en uitslag
We doen bloedonderzoek om te kijken hoeveel hom*ocysteïne er in uw bloed zit. Is dit te veel? Dan meten we ook hoeveel vitamine B6, B12 en foliumzuur er in uw bloed zit.
Wat is er aan te doen?
Vitamine B6, B12 en foliumzuur kunnen de hoeveelheid hom*ocysteïne verlagen. Daarom kan het helpen om deze vitamines in te nemen. Er zijn sterke aanwijzingen dat deze vitamines de kans op een volgende miskraam kleiner maken. Maar dit is nog niet helemaal bewezen.
Stollingsafwijkingen in de familie
Wat is het?
Stollen is het klonteren en hard worden van het bloed. Dit is goed als u bijvoorbeeld een wondje heeft. Maar in sommige families hebben meerdere mensen problemen met de stolling van het bloed. Het bloed stolt bijvoorbeeld te snel en ook op plekken waar het niet moet stollen. Hierdoor kunnen bloedpropjes of stolsels ontstaan. Die kunnen verschillende problemen veroorzaken:
- Trombose
Het bloedpropje sluit een bloedvat af - Embolie
Een losgeraakt bloedpropje gaat via de bloedvaten naar een andere plek in het lichaam. Daar ontstaan problemen, doordat het weefstel op die plek te weinig zuurstof krijgt - Beroerte
Een bloedpropje in de hersenen kan een beroerte veroorzaken
Komen er in uw familie stollingsafwijkingen voor? Dan kan het zijn dat u ook een stollingsafwijking heeft. Als dat zo is, heeft u een hoger risico op trombose. Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Als dat in de placenta gebeurt, krijgt u een miskraam. Met een stollingsafwijking heeft u dus een grotere kans op een miskraam.
Hebben in uw familie meerdere mensen trombose, embolie of een beroerte gehad? Vertel dit dan aan uw gynaecoloog of verloskundige.
Onderzoek en uitslag
Met bloedonderzoek kunnen we kijken of u een stollingsafwijking heeft. Dit doen we als er een reden is om te denken dat u misschien een stollingsafwijking heeft. Bijvoorbeeld als u weet dat een familielid een stollingsafwijking heeft. Of als trombose vaker voorkomt in uw familie.
Wat is er aan te doen?
Er is nog geen wetenschappelijk bewezen behandeling. Het zou kunnen dat bloedverdunners helpen om de kans op een miskraam te verkleinen. Hier gebeurt onderzoek naar.
Afwijkende vorm van de baarmoeder
Wat is het?
Sommige vrouwen hebben afwijkingen aan de baarmoeder. De baarmoeder heeft bijvoorbeeld een andere vorm. Ook kunnen er afwijkingen zijn aan de binnenkant van de baarmoeder (de baarmoederholte). Dit kan aangeboren zijn. Dit is bijvoorbeeld zo bij een dubbele baarmoeder of een tussenschot in de baarmoederholte. De afwijking kan ook later ontstaan. Bijvoorbeeld door een vleesboom in de baarmoeder. Een vleesboom is een goedaardige knobbel aan de binnenkant van de baarmoeder.
Het zou kunnen dat deze afwijkingen een grotere kans geven op een miskraam. Maar dat weten we nog niet zeker. Het kan zijn dat de placenta zich niet goed innestelt in een afwijkende baarmoeder. Maar hiervoor is nog geen wetenschappelijk bewijs.
Onderzoek en uitslag
De wetenschap is nog aan het onderzoeken of afwijkingen aan de baarmoeder een miskraam kunnen veroorzaken. En zo ja, of we daar iets aan kunnen doen. Soms stelt uw arts voor om uw baarmoeder te bekijken. Dit kan met een echo of hysteroscopie. Dit onderzoek kan extra informatie geven. Maar het geeft u geen zekerheid over de oorzaak van uw herhaalde miskraam. Wel kunt u hiermee het wetenschappelijk onderzoek verder helpen. Uw arts zal dit met u bespreken.
Wat is er aan te doen?
We weten nog niet of een operatie aan de baarmoeder helpt om een nieuwe miskraam te voorkomen.
Organisaties en informatie
Heeft u behoefte aan steun of meer informatie? Of wilt u graag andere vrouwen en mannen leren kennen die hetzelfde hebben meegemaakt? De volgende organisaties kunnen u helpen:
- Freya
Vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. Freya biedt een luisterend oor en geeft informatie.
Website: www.freya.nl - Landelijk Steunpunt Verlies (LSV)
Het LSV geeft hulp en advies bij rouw en verlies.
Website: http://www.steunbijverlies.nl/ - Vereniging Ouders van een Overleden Kind (VOOK)
Heb je een (ongeboren) kind verloren en wil je met iemand praten die jou begrijpt? Bij deze vereniging vind je lotgenoten.
Website: www.oudersoverledenkind.nl - Vereniging Humanitas
Vrijwilligers van Humanitas zijn er voor iedereen die ze nodig heeft. Zij geven praktische hulp, tips, vriendschappelijk contact en een luisterend oor.
Website: www.humanitas.nl - Nationaal informatiecentrum erfelijkheid (Erfocentrum)
Voor informatie over erfelijkheid en gezondheid, die u helpt bij uw keuzes.
Website: www.erfelijkheid.nl
Boekentips
- Ongekend verlies. Wat als je zwangerschap misloopt?
Een boek vol informatie, ervaringen en interviews over miskramen en sterfte rond de geboorte.
Auteur: Annemarie van der Meer
Uitgeverij: Sirene, 2008
ISBN 9789058314819 - Als je je kindje verliest in de zwangerschap
Persoonlijk boek om in te vullen en te bewaren. Een werkboek om je te helpen het verlies te verwerken.
Auteur: Miriam van Kreij
Uitgeverij: Lannoo Campus, 2018
EAN 9789401454209 - Maar ik hield al wel van je
Een openhartig en herkenbaar boek over miskramen. Marjolijn schrijft uit eigen ervaring, ze heeft zelf meerdere miskramen gehad.
Auteur: Marjolijn de Cocq
Uitgeverij: De Bezige Bij, 2020
EAN 9789403113210 - Als je een prille zwangerschap verliest
Een vrouwenarts, een psycholoog en een sociaal verpleegkundige geven antwoorden op vragen die veel mensen na een miskraam hebben. Ook komen lotgenoten aan het woord.
Auteurs: Bernard Spitz, Manu Keirse, Annemie Vandermeulen
Uitgeverij: Lannoo, 2010
EAN 9789020988413 - Altijd een kind te kort
Handboek bij zwangerschap na babysterfte. Een boek vol erkenning en herkenning voor vrouwen die na het verlies van hun baby opnieuw zwanger worden.
Auteurs: Jeannette Rietberg, Maria Pel
Uitgeverij: Dair, 2014
EAN 9789082149500
We willen graag dat iedereen onze patiënten informatie begrijpt. Heeft u een opmerking over de tekst hierboven? Mail deze dan naar n.houben@haaglandenmc.nl. Dank u wel voor uw feedback!